• De jaren 1921-1950

    1921:

    Gilze ontstond uit een vriendenclubje (ongeveer 25 mensen). Namen uit die tijd: Willem Klaassen, Wout Hagenaars, Piet Rozendaal, Gerard Tielemans, Gerard Kusters, Cees Martens, Willem Willemen, Jan Peeters, Kees van Gils, Piet Aarts. Door enkele vooruitstrevende jongens werd besloten een echte vereniging op te richten. De eerste vergadering werd belegd op 7 maart 1921 in de oude jongensschool (die eind zestiger jaren is afgebroken) bij de kerk. Het bestuur dat toen werd gekozen bestond uit Piet Aarts (voorzitter), Cees Martens (Jzn) (secretaris) en Jos Cornelissen (penningmeester). De toenmalige kapelaan Verrijt was echter van mening dat deze bestuurders nog te jong waren en er werd aldus een toeziend voogd toegevoegd. Nadat C. Martens een maand na de oprichting verongelukte, werd Gerrit Tielemans eerst penningmeester en na het overlijden van J. Cornelissen vervulde hij de door hem geambieerde functie van secretaris. A. van Gool werd penningmeester en Wout Hagenaars verzorgde het materiaal. Gilze werd ingedeeld in de 3e klasse R.K.-afdeling Breda, de laagste klasse. Het eerste jaar werd al de kampioensvlag gehesen. Glansrijk met een doelsaldo van 36-2 behaalde men dat kampioenschap!

    1922:

    Gilze 1 glansrijk kampioen, doelsaldo 36-2 ! 

    1925:

    In het seizoen van 1924/1925 werd men kampioen van de 2e klasse en promoveerde naar de 1e klasse. In het seizoen daarna zat men al dicht bij opnieuw een promotie, doch de beslissingswedstrijd tegen WDC uit Breda op het NAC-terrein werd met 3-1 verloren. Overigens nam Gilze 2 toen voor het eerst deel aan de competitie en werd meteen kampioen. Een jaar later was Gilze 1 wel succesvol en volgde promotie naar de NVB. Toen ontbraken echter de geldmiddelen en ook de accommodatie liet nogal wat te wensen over. Gilze speelde in die periode in de onderafdeling van de NVB. 

    1929:

    Gilze werd kampioen in de 1e klasse en 'mocht' over naar de NVB. Omdat echter de geldmiddelen ontoereikend waren om o.a. de reiskosten te betalen, zag men hiervan af! Naast Gilze 1 werd overigens ook Gilze 2 kampioen. 

    1931:

    In 1931 werd de eerste trainer aangetrokken, de heer T. van Oorschot uit Oosterhout. Hij kwam altijd per fiets naar de trainingen. In dat jaar werd ook Gilze 3 kampioen.

    En er was talent aanwezig in de gelederen van Gilze: Albert Roestenberg (Bèrke) debuteerde in een "officieel elftal". Hij werd later gevolgd door Theo Aarts (10x!), Hub. Aarts, Kees Aarts, Harrie Aarts, Bartje Wirken, Jan van Dongen, F. Koch en J. Klaassen. Theo Aarts werd in 1936 gekozen in het officiële R.K.F.-Zwaluwenteam. Helaas schakelde een vervelende enkelblessure hem langdurig uit. 

    1932:

    Gilze 3 kampioen  

    1933:

    In 1932/1933 werd het nieuwe sportpark aan de Lange Wagenstraat in gebruik genomen. Gilze werd weer kampioen en had kunnen promoveren naar de 1e klasse als er genoeg geldmiddelen waren geweest! Dat was voor Gilze echter te kostbaar, omdat men in dat geval het hele land had moeten doorreizen.

    R.K.V.V. Gilze sluit een overeenkomst met de firma Van Gils uit Oosterhout, aannemer in betonwerken om rondom het gehele voetbalterrein een betonnen schutting te plaatsen. Jaarlijkse huurprijs voor deze schutting: 65,00. De overeenkomst werd aangegaan voor periode 1 augustus 1933 tot en met 31 juli 1938. 

    1934:

    In 1933/1934 eindigde Gilze op de 4e plaats. In dat jaar volgde een fusie tussen Gilze en Gilze-Boys. Tot aan de oorlog werden geen kampioenschappen meer behaald. Tijdens de oorlog heeft Gilze nog wel gevoetbald maar hierover zijn nauwelijks gegevens bekend. Na de oorlog werd Gilze ingedeeld in de 4e klasse K.N.V.B..

    V.V. Gilze bouwde een tribune op het nieuwe sportpark. De bouwkosten bedroegen 265,00. Overigens was de tribune afkomstig uit Tilburg en zo groot dat zowel Gilze als RAC hiervan elk een tribune konden maken. Door de leden is de tribune daar zelf opgehaald. 

    1936:

    Jubileum: 15-jarig bestaan van de V.V. Gilze. 

    1937:

    Een bestuurscrisis! Het 15-jarig bestaan wilde men vieren met een Vlaamsche Kermis. Deze kermis moest de nodige financiële middelen binnenbrengen om het exploitatietekort van de vereniging te dekken, of beter nog om er iets aan over te houden. De Geestelijk Adviseur verzet zich tegen deze kermis. Hij was erop tegen was dat er een Vlaamsche Kermis met gemengde bediening zou plaatsvinden. Enkele bestuurders raadpleegden de Bisschop en deze komt hun ten dele tegemoet. Er ontstaat echter verdeeldheid in het bestuur en het ziet zich genoodzaakt af te treden. 

    1940:

    Gilze degradeerde naar de 3e klasse. 

    1947:

    R.K.S.V. Gilze huurde een stuk grond van veekoopman H.J.P. Kuijpers, sectie K, nummer 1751, groot 0,99.10 aren à 100,00 per jaar, voor de periode november 1947 t/m 31 oktober

    1948:

    Gilze 1 kampioen 4e klasse

    Gilze 6 (het jongste elftal) kampioen

    In 1947/1948 werd men kampioen en promoveerde naar de 3e klasse. Ook het jongste elftal (Gilze 6) werd toen kampioen. Gilze 2 kon zich toen met moeite handhaven via een beslissingswedstrijd. 

    1949:

    Maar niet alleen had men aandacht voor de accommodatie, ook op technisch gebied waren er ontwikkelingen. Men ging namelijk intensiever trainen in verband met het in te voeren stopper-spil-systeem.  

    1949:

    In 1949 werd een noodterrein (zie overeenkomst met T.C. Haagh, groot 1,25 hectare à 350,00 per jaar) betrokken bij het vliegveld, zodat het sportpark van een nieuwe grasmat kon worden voorzien. In die jaren telde de vereniging zo'n 150 leden en ontstond ook het clubblad 'het Contact'.

    Ga verder naar de volgende pagina: De jaren 1950 - 1960